Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En er was in Davids dagen een honger, drie jaren, jaar achter jaar; en David [1]zocht het aangezicht des HEEREN. En de HEERE zeide: Het is om Saul en om des bloedhuizes wil, omdat hij de Gibeonieten [2]gedood heeft. 1. Om van God door urim en thummim de oorzaak van dezen duren tijd te weten, en alsdan behoorlijke middelen te gebruiken tot stilling van Gods toorn. Zie Num.27:21. 2. Tegen de belofte, die hun met ede gedaan was, gelijk volgt. Zie Joz.9:15,18, enz.; om deze misdaad wordt het ganse land gestraft, dewijl het volk Sauls verkeerden ijver geprezen, of immers [gelijk het dan dikwijls gebeurt] niet had belet, noch daarover enige vergoeding aan de Gibeonieten tot dezen tijd toe gedaan was. Van deze daad Sauls heeft de Heilige Schrift tevoren niets vermeld.